In de media
NVOX Wat kan een onderwijsgevende doen om pestgedrag te voorkomen of herstellen
Pestgedrag
NOVX In de klas – door Marianne Offereins / Odijk en Mirelle Valentijn / Wilnis
Bron: NVON
Bijna iedereen heeft wel eens te maken gehad met pestgedrag. Als kind, als opgroeiende adolescent – misschien zelfs tijdens het werk. Wat kan een onderwijsgevende doen om het te voorkomen of het te herstellen? In dit artikel een aanzet.
Ooit werd ik door mijn toenmalige directeur op twee jongens afgestuurd omdat ze een meisje in hun klas pestten. Ik ging er op huisbezoek – dat bestond toen nog – en sprak ouders en hun zoon aan op het onacceptabele gedrag. Het pesten hield op. Het waren kinderen, die er eigenlijk een soort spelletje in zagen.
Pestgedrag dient in de klas aangepakt te worden. Maar wat moet je doen, als een leerling wordt gepest – of een collega? Kijk je weg? Doe je mee of pak je het aan? Pesten is van alle tijden is en ook vroeger konden de gevolgen van pestgedrag, dramatisch zijn. Zo hoorde ik over een leraar die erg door de leerlingen werd gepest. Toen hij stervende was, schijnt hij gezegd te hebben: “Ik ben blij dat ik doodga, ik ben mijn leven lang gepest.”
Tegenwoordig gebeurt een flink deel van het pesten online, en dat kan dan ook nog in combinatie met fysiek/contact pesten, waardoor slachtoffers niet meer de kans krijgen tot rust te komen en het pestgedrag zelfs de eigen veilige omgeving thuis bereikt? Waar moet een kind dat gepest wordt dan heen vluchten?
Wat is pesten
Waar ligt de grens? Tussen goedmoedig iemand, verbaal, een plaagstootje geven en iemand vernederen of onderuithalen? Plagen is iets anders als pesten. Plagen is goedmoedig en gebeurt in gelijkwaardigheid tussen personen met een positieve relatie. Het is een spel waarin zeker ook grenzen verkend kunnen worden. Humor en het plezier voor alle betrokkenen staan centraal. Bij pestgedrag is er sprake van ongelijkwaardig contact. Vaak hebben één of meer kinderen de macht en ervaren anderen de druk om mee te doen en erbij te horen. Het pestgedrag is gericht op dezelfde persoon/personen en lastiger te stoppen. Er is duidelijk iemand de dupe van het pestgedrag.
Een sterke definitie is van Christina Salmivalli (2010): “Pesten is een subtype van agressief gedrag, waarbij een of meer individuen bij herhaling een betrekkelijk machteloze ander aanvallen, vernederen en/of buitensluiten.”
Roddelen
Roddelen, is volgens Annelies Wiersma de ergste en meest onzichtbare vorm van pesten. “Ik hoor tegenwoordig veel mensen – kinderen en volwassenen – negatief over elkaar praten. Bijvoorbeeld vandaag nog, een leerkracht over een andere leerkracht, die voor de vijfde keer niet kan werken omdat haar dochter in quarantaine moet en dus zij ook. Haar collega’s spreken hier onderling kwaad van, dat ze – de leerkracht als moeder, het gezin – wel wat beter op mag passen.
Ik heb met de docent die het roddelen opmerkte en vervelend vond, gesproken wat ze hier vanuit de deugdenoptiek mee kon. Bij de collega’s zit emotie. De docent zou dus kunnen ingaan op: Wat vinden ze het moeilijkst/vervelendst dat de collega ‘zo makkelijk’ thuisblijft? Wat voor gevoel geeft hen dat? Wat kan hen helpen? Wat is het belang/effect? Daarnaast hoor ik geregeld kinderen naar over kinderen die er niet bij zijn spreken. Wat zit hieronder en wat kun je – als leerkracht – zeggen als je het opmerkt?”
Een groepsprobleem
Wanneer er in een groep sprake is van een pestprobleem, dan zie je dat elk kind daarin z’n eigen rol aanneemt. Mirelle: “Naast de pester(s) en het slachtoffer, zijn er in elke groep ook meelopers en aanmoedigers. Volgens onderzoeken neemt zo’n 20-25% van de groep deze rol op zich. Daarnaast heb je in elk groep ook een aantal helpers/verdedigers. Daarbij heb je kinderen die echt actief ingrijpen, door ertussen te springen of de pester(s) aan te spreken. Er zijn ook kinderen die wat subtieler helpen, door bijvoorbeeld achteraf troost te bieden of de leerkracht erbij te halen. In een doorsnee groep neemt ongeveer 15-25% van de kinderen deze rol op zich. Het grootste aantal kinderen (25-40%) kiest voor de rol van ‘buitenstaander’. Dat zijn kinderen die het pesten zien, het afkeuren en vervolgens afstand nemen en niets doen.
Kinderen die pesten vertonen vaak opstandig gedrag, nemen de positie van leider aan, hebben een grote mond – ook tegen volwassenen, zoals onderwijsprofessionals die werken met de groep of onderwijsondersteunend personeel, zoals de conciërge. In een aantal gevallen spelen er problemen in de thuissituatie.
Sommige pesters waren zelf slachtoffer, bijvoorbeeld op de basisschool. In een nieuwe groep nemen zij dan de rol van pester aan. Zij kunnen alleen denken in slachtoffer en daderschap en zien niet dat er nog andere opties zijn. Ze proberen zichzelf op deze manier vaak te beschermen tegen herhaling.
Pesten is vaak signaalgedrag. Er ligt een oorzaak onder. Het is belangrijk om die te verduidelijken, zodat er gepaste hulp geboden kan worden om tot positiever gedrag en een positieve rol in de groep te komen. Vaak zien we bij pesters minder sociale vaardigheden en minder inlevingsvermogen of het herkennen van grenzen bij de ander. Daarin ligt tegelijkertijd ook een deel van de oplossing. Door hierin ontwikkeling te stimuleren, krijgen zij meer oog voor de ander.”
Waar komt het voor
Pesten komt overal en in velerlei vormen voor. Voor ons als onderwijsgevenden is het lastige dat pesten vrijwel altijd gebeurt op momenten dat je het niet ziet. Let op de signalen: trekt een leerling zich terug, is er ‘geruis’ in de klas, heb je het gevoel dat er iets broeit? Wordt er daadwerkelijk een negatieve opmerking naar een leerling gemaakt of iets afgepakt? Reageer dan niet vanuit je emotie, neem rustig en duidelijk stelling naar het grensoverschrijdende gedrag, beschrijf het en keur het af – zonder de persoon zelf af te keuren. Houdt ongewenste gedrag aan, dan kan dit wijzen op systematisch pestgedrag.
Pesten op de werkvloer
Dit is een groot thema op zich. Er zijn leerlingen die leerkrachten pesten. Zeker in de online lesperiode, met les op afstand, digitaal les, in de eerste lockdown, is hier veel narigheid in ontstaan. Denk aan leerlingen die docenten filmden, de beelden verspreidden, zich heel naar gedroegen in de les en berichten plaatsen of leerlingen uit de les zetten, de controle overnamen et cetera.
Ook onder onderwijsprofessionals komt pestgedrag voor. Het is belangrijk dat scholen aandacht hebben voor sociale veiligheid en preventie, niet alleen voor leerlingen, ook voor de onderwijsgevenden onderling. De houding van de schoolleider speelt een grote rol en een gedragsprotocol kan richting geven aan preventie en omgang met elkaar.
Wat kun je ertegen doen als docent
Leerkrachten realiseren zich niet altijd de grote invloed die ze hebben in het leven van kinderen. Het heeft ermee te maken of zij het kind zien in negatief licht of juist allerlei positieve mogelijkheden zien. Wij kennen de uitdrukking ‘schelden doet geen zeer’. De invloed die leerkrachten en verzorgers hebben op het vormen van een zelfbeeld van het kind, alleen al door de woorden die ze gebruiken over het kind, maakt dat we dit gezegde beter kunnen veranderen in ‘schelden kan mij breken’. Je kunt ervoor kiezen om tegen kinderen te praten op een manier die het probleemgedrag meer doet inslijten, zoals wanneer we het kind ‘lui’, ‘dom’, ‘verlegen’ of ‘gemeen’ noemen, of zeggen dat het kind nooit doorzet. Maar we kunnen ook de aandacht van het kind richten op zijn aangeboren sterke punten en deugden benoemen, zoals vastberadenheid, respect, vriendelijkheid, zelfvertrouwen. (Kavelin Popov, 2022)
Natuurlijk schelden wij, docenten en toa’s, niet. Stel je voor! Maar we spreken de leerlingen wel aan op ongewenst gedrag. En soms is de manier waarop we dat doen ook wel eens open voor verbetering. Mirelle: “Bij leerkrachten zie ik vooral dat zij zich richten op het negatieve, storende gedrag waar zij of de groep last van hebben tijdens het lesgeven. Daar spreken zij het kind op aan. Daarbij gebruiken ze geen groeitaal. Ze maken opmerkingen, precies zoals jij zegt, die een negatieve invloed hebben op het zelfbeeld. Het is niet als schelden bedoeld, komt vaak voort uit irritatie en niet zien dat ze daarmee dit gedrag vastzetten. Beter is het om te bouwen aan een positief zelfbeeld, en ze uitnodigen tot groei en ontwikkeling met positieve taal.”
Wat kunnen leerlingen doen
Als ze het kunnen en durven, de pester aanspreken op zijn gedrag of een leeftijdsgenoot benaderen om dat samen te doen. Als je geluk hebt, houdt het op. Anders is het noodzakelijk om het te melden, bij een mentor, een vertrouwenspersoon, de antipestcoördinator. de coördinator sociale veiligheid of iemand van de directie. Maak melden op school normaal en laagdrempelig, de personen bij wie dit kan zichtbaar op school, en bouw aan vertrouwen in een melding, door daarop ook in actie te komen en de leerling te blijven begeleiden tot het pesten is gestopt en enige tijd daarna.
Wat kan de school doen
Scholen zijn sinds 1 augustus 2015 verplicht een antipestcoördinator in huis te hebben. Deze zorgt er onder andere voor een werkbaar en gedegen pestprotocol dat deel uit maakt van het sociaal veiligheidsbeleid op school en nageleefd wordt. Het is een kerntaak van scholen om een veilig klimaat te bieden. Een pestprotocol wordt werkbaar als het in de hoofden, harten en handen van de medewerkers zit. Duidelijk moet zijn wie het eerste aanspreekpunt is voor de leerling en/of ouders. In de meeste gevallen is dat in het vo de mentor. Die volgt de stappen van het protocol.
Preventie en vroegtijdige signalering krijgt steeds meer aandacht op scholen. Hierin heeft ook zeker de wet een bijdrage geleverd. Het belang van voorkomen van de schadelijke gevolgen van pesten wordt door steeds meer onderwijsgevenden onderschreven. Steeds meer anti-pestcoördinatoren kiezen voor scholing om deze nog nieuwe taak in het onderwijs te vervullen, om naast de kernpunten uit de wet voor school ook actief mee te kunnen denken over de juiste stappen richting de oplossing bij de zo uiteenlopende casuïstiek rond pesten. Altijd met als doel het verschil te maken voor leerlingen, ouders en het team en pesten zo snel mogelijk een halt toe te roepen.
Mirelle Valentijn richtte Kenniscentrum Omgaan met Pesten op en werkt als docent Sociale Veiligheid. Zij ondersteunt scholen en andere organisaties bij het voorkomen, tijdig signaleren en aanpakken van pesten. Zij is expert op het gebied van sociale veiligheid, heeft ruime ervaring in het werken met kinderen en jongeren met pestproblematiek en heeft twintig jaar aan onderwijservaring. Zij zet zich in om onderwijsprofessionals praktische handvatten te geven, waarmee je direct aan de slag kunt. Zij gelooft in samen werken aan het terugdringen van pesten en het verbeteren van Sociale Veiligheid op school.
Bronnen
Kavelin Popov, L. (2022). Het grote deugdenboek voor het onderwijs. Groningen: ACT on Virtues.
Mermande, M. (red). (2015). Pesten op school; achtergronden en interventies. Amsterdam: Boom Lemma
Salmivalli, C. (2010). Bullying and the peer group: A review. Aggression and Violent Behavior 15 (2010) 112–120.
Deel dit blog op Social Media
Zet onze gratis lespakketten in om aan sociale veiligheid te werken en pesten tegen te gaan!
De lespakketten kunnen bijvoorbeeld in het onderwijs, de kinderopvang en op de sportclub worden ingezet door pedagogisch professionals en / of vrijwilligers, die werken met kinderen en jongeren. Ieder lespakket heeft een eigen thema en is ontwikkeld voor de Week tegen Pesten of Dag tegen Pesten. In de lespakketten zijn werkvormen, spelvormen, werkbladen, tips & tools opgenomen die bijdragen aan het voorkomen, tijdig signaleren en aanpakken van pesten. Door inzet van het lespakket versterk je sociale veiligheid in een groep en/ of organisatie.
Ontvang altijd als eerste onze tips en nieuwe lespakketten
"*" geeft vereiste velden aan
Wil jij ook specialiseren in interventies bij sociale veiligheid en weerbaarheid?
Bij Kenniscentrum Omgaan met Pesten bieden wij opleidingen voor dé professional die het verschil wil maken in sociale veiligheid.
Kortom, er is voor jou ook een mogelijkheid om #verschilmaker te zijn!
(Online) Activiteiten
Naast onze opleidingen organiseren wij ook regelmatig (online) workshops, trainingen en webinars aan. Sommigen gratis en anderen tegen een kleine vergoeding.
Over:
Kenniscentrum Omgaan met Pesten
Het opleidingscentrum Kenniscentrum Omgaan met Pesten verzorgt o.a. de opleiding tot Sta Sterk trainer, anti-pestcoördinator, een training “Pesten aanpakken” op de BSO binnen de kinderopvang en incompany scholing binnen onderwijs, kinderopvang en het sociaal domein.
Bij het Kenniscentrum worden opleidingen ontwikkeld en aangeboden voor professionals die het verschil willen maken in sociale veiligheid.
Het aanbod wordt regelmatig aangepast aan nieuwe wetenschappelijke inzichten door het Kenniscentrum.
Nieuwsgierig naar ons?
Neem contact op met Mirelle